Laatst las ik een interessant artikel over kinderen, die gegroeid zijn uit donorzaad. De psychiater, die dit artikel schrijft, zegt dat het onderzoek naar de psychische gevolgen van donorschap (zaadcellen of eicellen) nog in de kinderschoenen staat.
Zij beschrijft dat ouders en kinderen zelf mythes en fantasieën opwerpen rond het ontstaan van de zwangerschap en rond het onbekende en ongrijpbare vaderschap. Eén van die fantasieën is: "mijn vader is een koning"
Soms wordt de werkelijkheid simpelweg ontkend, vooral bij heteroseksuele koppels die gebruik hebben gemaakt van een anonieme of niet-anonieme donor. Zij ‘doen alsof’ de maatschappelijke vader wèl de biologische vader is. Soms voelen kinderen aan dat dit niet waar is. Zij lijken helemaal niet op de vader of krijgen onbewuste signalen van de ouders, dat de werkelijkheid gecompliceerder ligt. Tijdens een echtscheiding tussen de ouders kan de waarheid soms voelbaar aanwezig zijn, ook voor een kind, ook al wordt die waarheid nooit uitgesproken.
Daarnaast heb je het idealiseren van de afwezige vader: "de aardige meneer die mama heeft geholpen een kindje te krijgen". Dit komt onder andere voor bij lesbische stellen of alleenstaande moeders. Volgens het artikel is het sowieso niet ongebruikelijk dat kinderen fantaseren over hun afkomst, in dit geval werkt deze uitleg het fantaseren in de hand: kinderen kunnen denken dat hun vader een rijke of bijzondere man of zelfs een koning is. Dit kan zover gaan, dat het de identiteitsvorming van het kind belemmert.
In het artikel worden nog meer manieren beschreven, waarop ouders en kinderen omgaan met de donor-vraag.
Het advies van de psychiater lijkt uiteindelijk te zijn: wees zo open en eerlijk mogelijk met je kind, want daar is een kind het beste bij gebaat. Het onbewuste ‘weten’ dat er iets niet helemaal in orde is, is niet te onderdrukken en kan de ontwikkeling van een kind verstoren. Daaraan kunnen we koppelen dat het beter is, kinderen te verwekken met een bekende donor en hier ook contact mee te houden.
De psychiater spreekt zich niet uit tegen het voortplanten met donorzaad, maar benoemt wel de problemen die daardoor bij kinderen kunnen ontstaan.
Artikel in: Ouderschap & Ouderschapsbegeleiding, jaargang 7, juni 2004.
Lees ook:Wij liegen maar liefst 3000 keer tegen onze kinderen!
Lees ook:Obesitas kinderen schuld van werkende vrouwen
Lees ook:Opvoedvaardigheden
Lees ook:Foei: wij moeders liegen wat af!
Lees ook:Drie-ouder-ivf komt dichterbij