Bij ruim de helft van de stellen met jonge kinderen werkte de ene partner vorig jaar voltijds en de andere partner deeltijds. Dat is evenveel als in 2008, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek maandag. In 1996 was nog 31 procent van de stellen met jonge kinderen anderhalfverdiener. Het aandeel anderhalfverdieners onder paren met jonge kinderen is sinds 2008 nauwelijks veranderd. In de periode daarvoor nam het aandeel nog sterk toe: van 31 procent in 1996 naar 54 procent in 2008. Het is denk ik ook de allerbeste verdeling die er is.Deze stijging was wel minder sterk in de periode tussen 2000 en 2004, toen de economie zich minder voorspoedig ontwikkelde. Bij bijna een kwart van de paren met jonge kinderen werkte één partner vorig jaar 35 uur of meer per week en werkte de ander niet. Dit aandeel is sinds 1996 voortdurend afgenomen. In dat jaar werkte in 52 procent van de gevallen één van de partners. Vorig jaar was dit 23 procent. De afname is de laatste jaren wel minder sterk geworden. Het aandeel paren waarvan beide partners voltijds werken is sinds 1996 gestegen van 4 naar 8 procent. Het totaal aantal arbeidsuren per week is bij paren met jonge kinderen sinds 2008 gelijk gebleven. In 2012 werkten zij samen gemiddeld 57 uur per week.
Lees ook:In driekwart van de gezinnen werken beide ouders
Lees ook:Rokende ouders lijken eindelijk verstand te krijgen
Lees ook:Vrouwen worden door kinderen ‘moeder’ voor man
Lees ook:Vorig jaar minder tweelingen geboren
Lees ook:Populairiteit internet onder jongeren neemt af