Pesten doen onze kinderen allang niet meer alleen maar op het schoolplein. Tegenwoordig pest je gewoon achter je computer of via je mobiel. is Dit fenomeen heet cyberpesten en neemt steeds grotere vormen aan. Onderzoek leert dat een op de tien jongeren er mee te maken krijgt, twee op de tien dader is en drie op de tien er getuige van is.
Het klassieke pesten is nog niets vergeleken met het cyberpesten. Het kwellen gaat er vaak harder aan toe. Reden is dat het anoniem kan gebeuren waardoor plaaggeesten volledig vrij spel krijgen. De reactie van het slachtoffer zien ze ook niet, waardoor de pesters ook de impact niet merken.
Het aantal toeschouwers kan op het internet ook veel groter zijn. Zij die er tegenin kunnen gaan, zoals ouders of leerkrachten, zien het helaas, vaak minder.
Cyberpesten piekt op de leeftijd van vijftien jaar en neemt verschillende vormen aan. Beledigende en bedreigende sms’jes worden rondgestuurd, uitsluiting uit de chatboxen, rondsturen van intieme informatie tot het inbreken van computers en het kraken van paswoorden om zich zo als iemand anders voor te doen.
Eén van de oplossingen is de pc thuis in een centrale ruimte te plaatsen. Haatmail zou moeten bijgehouden worden. Belangrijk is dat schoolpersoneel, politie, ouders en studenten beter bewust moeten worden van de grootte en de ernst van het probleem.
Bron: hln
Lees ook:Cyberpesten neemt niet af, maar juist toe
Lees ook:Ook ouders lijden onder cyberpesten
Lees ook:Misbruik via Internet
Lees ook:Cyberpesten: bijna iedereen in groep 7/8 heeft ermee te maken gehad
Lees ook:Pestende meisjes: hoe laat je ze ophouden?