Als je zelf niet voldoende moedermelk hebt, melk gebruiken van een donor. Of, als je ‘over’ hebt, dit beschikbaar stellen aan andere baby’s. Dat is het idee van vraag en aanbod van moedermelk, waarover het NRC gisteren schreef.
Nadeel is o.a. dat het lastig is vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, vooral omdat moedermelk zich voortdurend aanpast aan de behoefte (leeftijd) van het kind en een ander nadeel is de kans op besmetting. Dat is ook de reden, waarom de overheid het niet wil subsidiëren. Nederlanders vinden donormelk vooral raar. Volgens de ‘gebruikers’ van het systeem zijn er echter vooral veel voordelen. Hier vind je meer informatie over het moedermelknetwerk.
Het idee van een moedermelkcentrale is zo gek nog niet. Van 1948 tot 1973 heeft het Rode Kruis in Nederland een dergelijke centrale gehad. De melk was uitsluitend bedoeld voor te vroeg geboren baby’s en jonge kinderen met darmstoornissen. In de bloeitijd van de centrale werd 5.000 liter per jaar opgehaald, in 1971 was de opbrengst gedaald tot 1.900 liter. De afgekolfde melk werd ingevroren naar Amsterdam vervoerd, waar de zuurgraad en de zuiverheid werden onderzocht en de melk werd gepasteuriseerd en verwerkt tot poeder. Ziekenhuizen en kraamklinieken maakten hier 25 jaar lang gebruik van, tot kunstvoeding een geaccepteerd alternatief was.
Lees ook:Vrouw doneert record aantal liters moedermelk
Lees ook:Moedermelk voor iedere te vroeg geborene in het VUmc
Lees ook:Ochtendmelk voor baby’s even stimulerend als koffie voor volwassenen
Lees ook:Trek in een ijsje…gemaakt van moedermelk?
Lees ook:Moedermelk bevat drie soorten stamcellen