Je zou het niet denken, gezien alle testen en onderzoeken, maar in Nederland worden anderhalf keer zoveel kinderen met het Down-syndroom geboren dan ongeveer twintig jaar geleden. Dat zei Michel Weijerman, coördinator van de Down-poli van het VU Medisch Centrum in Amsterdam in Netwerk. Weijerman deed onderzoek naar het onderwerp.
"Er was altijd gedacht dat er een tendens van daling was, maar er is een behoorlijke stijging, anderhalf keer zoveel", aldus Weijerman. Zijn onderzoek wordt deze maand gepubliceerd in het internationale vakblad The Journal of Pediatrics.
Er zijn volgens Weijerman twee oorzaken voor de toename. "Vrouwen krijgen op hogere leeftijd kinderen. De andere reden is dat deze vrouwen vaak weloverwogen afzien van prenataal testen."
Weijerman heeft met zijn landelijk onderzoek vastgesteld dat in 2003 in totaal 322 baby's met het Down-syndroom geboren werden. Dat is zestien op de 10.000 baby's. Twintig jaar geleden lag het aantal baby's met het Syndroom van Down op tien per 10.000.
Nederland wijkt met het hoge aantal af van de meeste andere Westerse landen. In Frankrijk ligt het aantal op 7,5 per 10.000.
"Ik denk dat de kinderwens groter is dan de angst voor afwijkingen in de zwangerschap", zei Weijerman.
Lees ook:IVF-baby’s van nu veel gezonder
Lees ook:Thuisbevallingen steeds minder populair
Lees ook:Dag van het Down-syndroom, 21 maart
Lees ook:Aanstaande moeders niet bang voor prenatale screening
Lees ook:Risicovolle vruchtwaterpunctie niet langer meer nodig